Engels | Nederlands |
|
Lekker trekken | |
Leh (India) naar Leh (India), 9-Sep-07 / 22-Sep-07 |
|
Het is 9 september wanneer er om 6 uur op de deur wordt geklopt. Twee grote emmers met heet water staan voor de deur van onze hotelkamer. Heet water voor een laatste, warme, comfortabele wasbeurt voordat we voor 12 dagen de bergen in trekken.
Schoon en fris stappen we in de jeep die ons naar Shang, het beginpunt van onze trektocht, zal brengen. (Voor details over de trekking en route zie ook het artikel "Trekking in Ladakh" en de bijbehorende fotopresentatie). Sarfraas en Tansin rijden ook mee, terwijl Sewong er al is. Sarfraas zal onze gids en kok zijn en Tansin is zijn helper. Sewong is de eigenaar en verzorger van de 4 paarden die alle benodigde spullen door de bergen zullen dragen. Shang (+/- 3600 meter hoogte) is het begin- en eindpunt van verschillende trekking routes en het is er daardoor zelfs in de nadagen van het trekkingseizoen druk. Sewong kijkt zorgvuldig naar de spullen die allemaal mee moeten, om vervolgens het gewicht zo goed mogelijk te verdelen over de vier paarden. We hebben vooraf afgesproken dat onze spullen waterdicht verpakt zullen worden en men verzekerd ons dat de raffia overzakken waterdicht zijn. Aan het einde van de dag zullen we het wellicht weten, want er beginnen zich al donkere wolken boven ons te verzamelen. Terwijl wij met Sarfraas alvast beginnen te lopen, zorgen Tansin en Sewong voor het optuigen van de paarden. Aangezien zij veel harder lopen dan ons, zullen zij ons gedurende dag wel inhalen. Aangezien zij dan eerder op de plaats van bestemming aankomen, kunnen zij het kamp alvast opzetten. |
|
Een heerlijk ontbijt om de wandeldag goed te beginnen. |
|
De eerste dag lopen we in zo’n 4,5 uur naar Larsa (+/- 4700 meter hoogte). Een prachtige wandeling door een nauwe, kleurrijke vallei. We merken wel dat we de laatste weken weinig hebben gedaan, want aan het einde van de wandeling voelen we onze benen. We zijn dan ook blij wanneer we aan het einde van de wandeling onze tenten op een prachtige plek zien staan waar we de nacht zullen gaan doorbengen. Zodra Tansin ons aan ziet komen worden er twee visserskrukjes klaargezet en wordt er een kist met een tafelkleedje belegd, om daar een pot thee en een schaal met koekjes op te zetten. In het zonnetje is het heerlijk warm, dus het is hier goed toeven. Wanneer we later de rugzakken inspecteren op waterschade blijkt dat de bescheiden sneeuw- en regenval niet zijn doorgedrongen tot de rugzakken. De overzakken zijn dus toch meer waterbestendig dan we vooraf dachten.
Om 19.30 uur is het etenstijd. De zon is inmiddels achter de bergen verscholen en als de zon er niet is, is het hier in deze tijd van het jaar flink koud. We eten dus in de “kook/eet/slaaptent” van Sarfraas, Sewong en Tansin en niet in de buitenlucht. Sarfraas blijkt een begenadigd kok. Na al dat slechte eten in Leh is dit voor ons een prima manier om onze eetlust weer terug te krijgen. Gezien de kou is er slechts één heerlijke optie om de avond te slijten. Lekker slapen in een onze dubbele slaapzak. De trekking begint dus prima. De dagen die volgen hebben allemaal een zelfde stramien. Om 6.45 uur staan we op om warm te worden met een kopje thee. Voordat de zon op is, is het namelijk ruim onder het vriespunt. Het gezicht wassen met een bakje warm water is dan heerlijk, maar wel snel weer afdrogen omdat de wind langs het natte gezicht ijzig koud aanvoelt. Verder worden de drinkflessen gevuld met gekookt water zodat we voldoende te drinken hebben tijdens de wandeling. Daarna is het tijd om de tassen in te pakken en daarna lekker te ontbijten. Nu heb ik al eerder aangegeven dat Sarfraas een goede kok. Wat deze man met twee benzinebrandertjes kan maken is werkelijk ongelofelijk. Voor het ontbijt tovert hij verschillende soorten warme pap, versgebakken parantha (soort brood), maar ook complete taarten op tafel. Het is dus geen straf om flink te eten voordat we aan de wandeling beginnen. | |
Prachtig uitzicht vanaf Charchan La (5355 meter). |
|
Tussen 8.00 en 9.00 uur starten we met de wandeling. Het landschap is prachtig en af en toe zien we wilde schapen, marmotten, golden eagles en wilde ezels. De wandelingen duren meestal tussen de 3,5 en 6 uur. Omdat we graag op plaatsen kamperen waar weinig andere toeristen zijn, passen we de lengte van enkele dagroutes aan om zo op rustige kampeerplaatsen uit te komen. Mede omdat we in het naseizoen trekken hoeven we uiteindelijk maar twee van de elf slaapplaatsen met anderen te delen. Tijdens de wandeling of bij aankomst in het kamp lunchen we uit goed gevulde lunchboxen. De eerste dagen van de trekking valt er regelmatig sneeuw. Dit geeft een prachtige sfeer, maar het is ook flink koud. We hebben echter wel het geluk dat het meestal pas begin te sneeuwen als we de spullen in de tent hebben gezet. Alleen op de derde dag hebben we pech. Helaas zijn wij niet alleen nat, maar ook de rugzakken en de slaapzakken. De raffia overzakken zijn namelijk gaan scheuren doordat er flink met touwen moet worden gesjord om ze op de paarden te krijgen. Natte slaapzakken met deze temperaturen is echt geen feest. Gelukkig kunnen er nieuwe overzakken worden geregeld, maar we hebben wel geleerd dat je qua uitrusting het beste alles zelf kunt meenemen, of het uitgebreid moet controleren indien je het huurt. Eenmaal op het kamp aangekomen staan de thee en koekjes vaak klaar en is er tijd om de omgeving te verkennen. Tevens gebruiken we de tijd voor de noodzakelijke hygiëne. Eén of twee dagen niet wassen is te overzien, maar ons 12 dagen niet wassen gaat wat te ver. Begrijp me niet verkeerd, het gaat niet over een grote wasbeurt. In deze 12 dagen is ons haar maar één keer gewassen. Het koude water uit het beekje en de koude wind op een natte bos haar is geen pretje. De edele delen moeten echter wel goed schoon worden gehouden. Dus zodra we de thee en koekjes op hebben zoeken we een beschutte plek om ons te wassen. Nu is een beschutte plek niet altijd eenvoudig te vinden, vooral niet in de door nomaden bevolkte valleien. Na enig zoeken lukt het meestal wel, al moet de preutsheid wel soms worden overwonnen. Het wassen gaat het gemakkelijkst bij een stromend beekje, maar soms hebben we alleen stilstaand water en dan vaak nog op een onbeschutte plaats. In dat geval zoeken we een plaats achter een struik of rots en gebruiken we het water uit onze drinkflessen. Dan sta je daar in je blote kont terwijl de ander vriendelijk aanbiedt om wat water over je heen te gieten. De ander lacht inwendig als een zuchtje wind het al koude water, nog kouder laat aanvoelen. Dat lachen is echter van korte duur, een paar minuten later zijn de rollen namelijk omgekeerd. Het is dus begrijpelijk dat we het wassen op een zonnig en windstil moment trachten te doen. Het weer is echter vooral de eerste dagen erg veranderlijk. Zo dachten we op een bepaald moment: “Laten we onze onderbroeken en sokken gaan wassen”, terwijl nog geen 45 minuten later de sneeuw neerdaalde op onze tent, met als gevolg dat het wasgoed besneeuwd en bevroren moest worden binnengehaald. Tussen 17.30 en 18.30 uur is meestal het avondeten klaar. Wederom moet ik me inhouden om niet alles te beschrijven, maar de pizza, de momo’s (Tibetaanse gevulde deegballetjes) en de chocoladetaart als dessert, zullen ons altijd bijblijven. Tussen 19.00 en 20.00 uur is het weer bedtijd. Heerlijk! Het was simpelweg grandioos om elf dagen door de natuur te trekken. Op de twaalfde dag is het weer tijd om met de jeep terug te rijden naar Leh. Aangezien de laatste dagen van de wandeling iets eentoniger waren, vinden we de tijdsduur van de trekking precies lang genoeg voor dit gebied. We willen echter zeker nog eens een langere tijd buiten de bewoonde wereld vertoeven. Dat is voor later en wellicht in een ander land. Eenmaal in Leh aangekomen gaan we eerst op zoek naar enkele emmers heet water om ons weer eens lekker uitgebreid te wassen.
|
|
<Vorige weblog> |