Engels | Nederlands
Genieten van Nicaragua
Léon (Nicaragua) naar El Castillo (Nicaragua), februari 2018

Nadat we bij de Masaya vulkaan voor het eerst lava hebben zien kolken terwijl we over een kraterrand in een vulkaan keken, verlaten we Granada. We blijven nog even op het Nicaraguaanse toeristenpad en gaan met de publieke bus naar Ometepe: een eiland met daarop twee vulkanen in het immense Lago de Nicaragua. Voor veel reizigers die slechts kort in het land verblijven is dit de enige ervaring met het openbaar vervoer in de zogenaamde chickenbus. Het zijn vaak oude Amerikaanse schoolbussen die afgeladen vol worden gestouwd en waar verkopers zich gedurende de hele rit door het gangpad wringen om eten, drinken, nagelknippers en medicijnen aan de man te brengen. De schoolbussen zijn wat betreft de indeling nog steeds bemeten op kinderen van de lagere school, waardoor de beenruimte zeer beperkt is. Een goede gelegenheid om te kijken hoe onze medereizigers hier mee om gaan. Een backpacker heeft voor een vriendin een plaats op een andere bank vrijgehouden. Het eerst wat de dramakoningin uitroept als ze de plaats ziet: “What a shitty place! Do I really have to sit on that terrible place for two hours!” De dame is ongeveer 20 jaar oud en zo’n 25 centimeter kleiner dan Edwin, die dag in dag uit op vergelijkbare plaatsen zit. Wat verder opvalt is dat veel reizigers én langs het raam willen zitten (en dus niet langs hun reisgenoot) maar dat ze ook geen vreemde persoon naast zich willen. Men laat hun tas dus demonstratief op de bank naast zich staan, terwijl de hele gang vol staat. Eén jongen horen we het zelfs “verklaren”: “Nicaraguans have a bad smell”. Grotere onzin hebben we zelden gehoord! Dat egoïstische en verwende gedrag staat ons echt tegen en vervuld ons met plaatsvervangende schaamte. We zijn dan ook blij dat deze lui meestal met de duurdere en luxere shuttlebusjes reizen, waardoor ze enkel onder soortgenoten zitten. Maar goed, de route Granada – Rivas wordt vanwege minder goede shuttleverbindingen en “voor de ervaring” tussen het gewone gepeupel afgelegd. De busjongen weet er wel raad mee en vraagt 0,50 US$ per persoon meer vanwege de bagage. Dat gebeurt nergens in het land, maar we laten het gebeuren. We vergoelijken het maar als smartengeld.

In Rivas worden we besprongen door een horde taxichauffeurs. Na flink onderhandelen brengt er één ons naar San Jorge, waar we de boot pakken naar Ometepe. Het eiland is flink toeristisch, maar het is wel een leuke plek. We wandelen, spotten prachtige vogels en maken een rondtocht op een motor (zie ook de foto-impressie: Isla Ometepe). Na Ometepe wordt het tijd om van het toeristenpad af te slaan. We spenderen enkele dagen in de uitgestrekte hoofdstad Managua. In 1972 is het historische centrum van de stad verwoest door een aardbeving. President Somoza vulde zijn zakken met de internationale hulpgelden en wakkerde daarmee de Sandinista revolutie aan, die werd gevolgd door de Contra Oorlog. Resultaat was dat het centrum nooit echt is herbouwd en dat er grote kale vlaktes in het centrum van de stad zijn. Autorijscholen laten hier hun studenten hun eerste meters rijden. Het is hoopvol om te zien dat men de boulevard aan Lago de Managua in de laatste jaren wat heeft opgeknapt. Het geeft de stad een vriendelijker uiterlijk en de Managuaanen die wij hebben gesproken zijn er in ieder geval trots op.

Poseren voor het holle skelet van de kathedraal van Managua
 

Matagalpa is onze volgende bestemming, waar we in het omringende “wolkenbossen” (cloudforest) mooie wandelingen maken en prachtige vogels zien. Als we op een dag uren lang door de regen en door de laaghangende bewolking lopen weten we direct waarom dit cloudforest wordt genoemd.

Na een tussenstop in het vriendelijke Juigalpa komen we per bus aan in El Rama. We nemen de boot naar Bluefields (zie ook: Als een Dolly Dot naar Bluefields) en de boot is ook de enige manier om deze stad aan de Caraïbische kust te bereiken – als je niet in het vliegtuig wilt stappen tenminste. Hier zijn we in een heel ander Nicaragua waar een groot gedeelte van de mensen Creools zijn en Engels spreken. Lagunas Perlas (Pearl Lagoon) ligt op 1,5 uur varen van Bluefields en dat is echt een Creoolse enclave. Het is hier super tropisch en pittoresk. Het zou mooi zijn als er meer toeristen deze kant op komen, want men kan hier wat extra inkomsten goed gebruiken. Mensen zijn hier veel toeschietelijker om een praatje te maken en het eten is verrukkelijk. Kokosrijst met bonen en visballetjes in een heerlijke saus. Eenvoudig maar super lekker! (zie ook de foto-impressie: De Caraïbische kust van Nicaragua).

Uitzichtpunt over Managua met Sandinista beeld
 

Eenmaal daags gaat er een langzame bus over zandpaden van Lagunas Perlas naar El Rama en daar komen we na een weekje Creoolse cultuur weer terug in het gewone Nicaragua. Onze laatste echte bestemming in Nicaragua, voordat we oversteken naar Costa Rica, is de Rio San Juan. We gaan hiervoor naar het stadje San Carlos, waar we de Nederlanders Theo en Riky ontmoeten die de komende dagen ook naar El Castillo aan de San Juan rivier gaan. We eten gezellig samen onder het genot van een lekker biertje; dat zal de komende dagen nog wel vaker gebeuren!

In El Castillo regelen we een 9 uur durende trip, waarbij we om half 7 per kano naar het Refugio Bartola van het Indo-Maiz reservaat vertrekken. (zie ook de foto-impressie: Rio San Juan) Onderweg zien we mooie vogels en bij aankomst in Bartola wordt het tijd om onze regenlaarzen aan te trekken en om daarmee 2,5 uur over modderige paden te glibberen. De wandeling valt wat tegen, omdat we minder dieren zien dan dat we hadden verwacht. Dat kan gebeuren, maar de schoonheid van het woud valt ook tegen. Men zegt dat het Primary Forest is, maar de woudreuzen die we daar in hadden verwacht zien we slechts sporadisch. Onze gids wijdt dit aan een recente orkaan die het woud heeft verwoest. Of het klopt weten we niet.

Na de wandeling stappen we in een motorboot en varen we enkele zijrivieren in en varen we de Rio San Juan verder af tot het roestige scheepswrak bij Caño Sarnoso. In dit gebied is het woud veel mooier en hier zien we ook enkele krokodillen en kaaimannen. Al met al een waardig besluit van ons verblijf in Nicaragua; een prachtig en eenvoudig te bereizen land.

Drukke markt van Granada
Een kijkje in de kolkende krater van de Masaya vulkaan
Aankomst met de ferry op Isla Ometepe
Lunch-plek met zicht op de Maderas Vulkaan van Isla Ometepe

Wandeling door het natte Selva Negra (Black Forest) nevelwoud bij Matagalpa

 
<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us