Een bezoek aan Brunei
Kuching (Malaysia), 23 juli 2009

Van sommige landen kun je je vooraf moeilijk een voorstelling maken. Brunei is zo’n land. Vaak hadden we dit ministaatje al zien liggen in de atlas, ingeklemd tussen de provincies Sabah en Sarawak van Maleisië, maar wat we er nou van konden verwachten bleef onbekend. Nu was het dan eindelijk zo ver; we zijn voor een aantal dagen naar Brunei Darussalaam gegaan, zoals het land officieel heet.

Brunei is een sultanaat. Dat betekent dat het land niet door een koning of president wordt bestuurd, maar door een heuse sultan. Sultan Hassanal Bolkiah wel te verstaan. Voor velen zal dit romantisch in de oren klinken, maar de harde werkelijkheid is dat Brunei tot op de dag van vandaag een dictatuur is. Een dictatuur waarin de sultan met zijn kliek van familieleden en vrienden de absolute macht heeft in dit ministaatje. Maar de sultan doet het nog niet zo slecht. Daar waar de meeste dictatoriale regimes worden gekenmerkt door onlusten, onderdrukking van de bevolking, schending van de mensenrechten en zelfverrijking door de machthebbers, is daarvan in Brunei niet echt sprake. Althans niet zichtbaar voor ons als buitenstaander. Democratie is er dus niet in Brunei, maar gelukkig voor de sultan is er wel heel veel olie. En het is dit zwarte goud dat door de machthebbers wordt gebruikt om de bevolking tevreden te houden. Want zeg nou eens eerlijk, wie wil er nou niet geen inkomstenbelasting betalen, gebruik kunnen maken van gratis medische zorg, gratis naar school kunnen gaan, subsidies krijgen op allerlei producten zoals auto’s en benzine, lekker korte werkweken hebben en het hoogste minimum inkomen van de regio kunnen incasseren. Je zou dus haast wel gek zijn als je deze machthebbers van de troon stoot. Toch?

Edwin filmt de Omar Ali Saifuddein moskee in Bandar Seri Begawan
 

Pas in 1984 is Brunei volledig onafhankelijk geworden van Engeland. De huidige sultan heeft zijn (militaire) opleiding genoten op de meest vooraanstaande militaire academie van Engeland. Tot op de dag van vandaag zijn de relaties tussen Brunei en Engeland erg nauw. En dat is op z’n minst raar te noemen als je je beseft dat Engeland, evenals de rest van de Westerse wereld, hun mond vol hebben van democratie. Democratie en de open markt zijn de belangrijkste bouwstenen van elke moderne staat volgens het westen. Bouwstenen die in Brunei dus eigenlijk niet aanwezig zijn. Maar de overvloed aan olie in dit kleine landje maakt alles goed. Graag wordt door het westen een oogje dicht geknepen in ruil voor de toegang tot de olievelden. De bevolking van Brunei lijkt echter uiterst tevreden met de huidige situatie.

Voor ons bezoek aan Brunei hebben we de hoofdstad Bandar Seri Begawan als uitvalsbasis gekozen. Het is een kleine en overzichtelijke stad en de meeste bezienswaardigheden van Brunei liggen op dagtochtafstand van de hoofdstad. De Bruneiers zijn uitermate vriendelijk en het tempo van het dagelijkse leven lijkt hier nog iets lager dan het tempo in het aangrenzende Maleisië. Dat de Bruneiers luxepaarden zijn merk je al gauw als je een paar dagen in het land verblijft. De leuke en relaxte baantjes worden door de Bruneiers zelf uitgevoerd, terwijl de minder leuke banen veelal worden uitgevoerd door gastarbeiders, meestal Indonesiërs, Pakistanen en Bangladeshi’s. Zo zijn de meeste laaggeschoolde arbeiders in de olie-industrie van buitenlandse afkomst, maar zie je de gastarbeiders ook de tankstations bemannen, de wegwerkzaamheden uitvoeren en de bermen langs de wegen maaien.

In veel opzichten lijkt Brunei op Maleisië. Het landschap is hetzelfde, de mensen identiek en de manier van leven zo goed als gelijk. Je ziet wel dat de Bruneiers veel rijker zijn dan de Maleisiërs. Het Bruto Nationaal Inkomen per hoofd van de bevolking is meer dan twee maal zo hoog. De huizen zijn veelal groot en mooi, de snelwegen zijn van westerse standaarden en er rijden veel luxe auto’s rond. Brunei behoort tot de landen met het meeste aantal auto’s per inwoner. En daar zijn ze trots op. En dat alles vanwege het geluk dat er veel olie-inkomsten verdeeld kunnen worden over een kleine bevolking van nog geen 400.000 mensen. Wat er echter gaat gebeuren als ergens tussen 2020 en 2030 de olievelden leeg zijn, blijft de grote vraag. Echt veel andere industrie, waaronder bijvoorbeeld landbouw, is er niet in Brunei.

Eén van de prachtig verlichte straten in Bandar Seri Begawan
 
We hebben de Bruneiers leren kennen als ‘outgoing’ mensen. Vooral ’s avonds, wanneer de temperatuur weer redelijke vorm begint aan te nemen, gaan de mensen massaal de straat op. Pleintjes en straten veranderen in openlucht markten en restaurantjes, waar het barst van de activiteiten en gezelligheid. Kinderen en vaders voetballen op de paradegrond in het centrum van de stad, terwijl de gebeden uit de luidsprekers van de Omar Ali Saifuddein Moskee klinken, die s avonds prachtig in de schijnwerpers staat. Vroeg in de ochtend of laat in de middag is de beste tijd om een bezoek te brengen aan het pittoreske waterdorp van Bandar Seri Begawan. Deze wijk, letterlijk gelegen in de Sungai Brunei rivier herbergt de helft van de bevolking van de stad en is volledig op palen gebouwd. Door de Bruneiers wordt het waterdorp ook wel het Venetië van het oosten genoemd. Je bereikt dit dorp per speedboot vanaf de kade van de rivier en vervolgens kun je er heerlijk doorheen dwalen door gebruik te maken van de vele houten steigers die de huizen met elkaar verbinden.

Wat ook zeker de moeite waard is, is om voor één of meerdere dagen een auto te huren. Goed openbaar vervoer is er namelijk alleen in en rondom de hoofdstad, waardoor de verder gelegen bezienswaardigheden moeilijk of niet bereikbaar zijn. Zo kun je per auto een bezoek brengen aan één van de prachtige natuurparken van het land waar je mooie wandelingen kunt maken door het regenwoud. Ook kun je een bezoek brengen aan het oliestadje Seria, waar de Jaknikkers nog letterlijk in de stad staan. Tenslotte zou je een bezoek moeten overwegen aan het Jerudong Park Playground. Dit amusementspark is in 1994 door de bevolking aan de sultan geschonken voor zijn 48e verjaardag. In de tijd dat het park nog gratis was (tot 2000), was het erg populair. Sinds mensen echter moesten gaan betalen voor de entree is het park in verval geraakt. Nu is er weinig meer van over. De meeste attracties zijn gesloten of gesloopt en alleen de speeltuin is nog open. Je kunt als bezoeker echter nog wel door het deel van het park lopen wat vervallen is en eerlijk gezegd is dat het leukste onderdeel van het bezoek aan de playground. Het is een surrealistische ervaring om eenzaam tussen de vervallen en beperkt verlichte attracties door te lopen. Al met al heeft Brunei behoorlijk wat te bieden aan haar bezoekers. Wat ons betreft behoort een bezoek aan dit piepkleine landje dan ook in elk bezoek aan Borneo, als is het maar voor een paar dagen.

© copyright - Babakoto.eu / 2009